Vossen zijn 90 tot 130 cm lang, en zijn met een schouderhoogte tot 38 cm maar iets groter dan de gemiddelde huiskat. Met zijn opvallend dikke lange staart van 30 tot 50cm is hij vaak gemakkelijk te onderschijden van andere dieren. Ze hebben een oranjebruine, rode of bruingrijze vacht, korte poten en een langgerekt lichaam. De rug is donkerder dan zijn flanken en ze hebben witte vlekken op de onderkaak, hals, borst, buik en aan het puntje van zijn staart. De achterkant van de oren zijn zwart, evenals de onderpoten. De snuit is lang en spits, en de oren hebben een driekhoekige vorm en staan rechtop. Mannetjes (rekel) zijn groter dan de vrouwtjes (moertje)
Vossen kan je het beste spotten tijdens schemertijd in alle vroegte of later op de avond. Wil je je kans vergroten dan zou je naar de Veluwe, Utrechtse heuvelrug of de duinen in kunnen gaan. Een andere bekend gebied zijn de Amsterdamse Waterleidingduinen.
Vossen leven in groepen van zo’n 6 individuen. Vaak is het één famillie maar het gebeurt ook vaak dat een onverwante vos in de groep leeft. In de groep is er een dominant mannetje (rekel) en een dominant vrouwtje (moer), samen vormen zij het paartje en zijn de enige die zich voortplanten. De andere vossen zijn vaak moertjes en worden ook wel tante’s genoemd.
Vossen jagen alleen, meestal in de schemering en ’s nachts, maar in onverstoorde gebieden jaagt hij liever overdag. De vos is een opportunist: ze jagen vaak op ratten en muizen, maar ook op konijnen.
Vossen zijn opportunisten: ze leven van wat zich ter plaatse het gemakkelijkst laat verschalken. Kleine knaagdieren zoals (woel)muizen en haasachtigen (haas, konijn) vormen het hoofdmenu. Maar ook vogels, insecten, eieren, bessen, afgevallen fruit, aas en afval wordt gegeten. Per dag heeft een vos ongeveer vijfhonderd gram voedsel nodig. De wijze waarop een prooi wordt gevangen is heel divers. Kleine prooidieren worden op het gehoor gevangen.
Soms besluipt de vos een prooi, soms zit hij de prooi achterna in een sprint. Vogelnesten worden leeggehaald, holen in de grond uitgegraven en fruit en bessen geplukt. Een ei houdt hij met de voorpoten vast, doorboort het met een hoektand en slobbert dan de inhoud op. Vossen eten ook egels en zijn meester in het doen ontrollen van de egel waarna hij deze doodbijt. Soms bijt hij de kop van een konijn en laat die liggen.
Soms vangen ze prooien die ze niet lekker vinden, zoals spitsmuizen of een wezel. Als ze niet heel veel honger hebben, laten ze die liggen. De vos bewaart soms voedsel achter loszittende boomschors of in een kuiltje, dat wordt toegedekt met aarde. Zelfs maanden later weet de vos door een combinatie van geur en herinnering de verstropte prooi terug te vinden.
De vos komt in vrijwel heel Nederland voor, zowel in de bossen en parken, maar ook op de heide, duinen, polders, landbouwgebieden en in dorpen en steden, met uitzondering van de Waddeneilanden. Het gebeurt wel eens dat een vos zijn weg naar één van de eilanden vind, waar ze snel gevangen of gedood worden om schade te voorkomen bij de vele vogels die daar broeden.
Het territorium van een vos is gemiddeld 250 hectare groot. Dit varieert van 100 tot 400 hectare, maar kan soms maar 20 tot 4000 hectare bedragen. De grootte is afhankelijk van rust en voedsel, en andere vossen waar ze het territorium mee delen
De wetenschappelijke term is surplus killing. De situatie doet zich voor wanneer de prooi niet kan vluchten en in paniek raakt. De kippen zoeken in paniek een uitweg die er niet is, en door de beweging en het lawaai wat de kippen produceren wordt het instict van de vos opnieuw getriggerd om aan te vallen.
Vossen communiceren met elkaar via een reeks van geluiden, lichaamsbewegingen en via geur. Geur wordt vooral gebruikt om andere vossen te laten weten dat een gebied bezet is. Ze kunnen een luide kreet slaken om elkaar te lokaliseren.Verder kunnen ze verschillende blaffen en waarschuwingsroepen gebruiken om hun punt duidelijk te maken. Welpen roepen ook veel verschillende geluiden om de aandacht van hun moeder te trekken.