Afschot vossen heeft weinig effect
Jonge vossen die niet direct een territorium kunnen bezetten, gaan zwerven. Uit onderzoek door Jaap zelf is gebleken dat jonge vossen eerst beginnen met het maken van uitstapjes, waarna ze weer terugkomen. Daarna kunnen ze trektochten maken waardoor ze 30 of 40 kilometer verderop terechtkomen. Als ze een hele winter lang zwerftochten hebben gemaakt, maar geen eigen territorium hebben weten te veroveren, dan hebben ze de neiging om zich toch ergens te gaan settelen. Ze proberen dan tussen de territoria te leven, in een gebied zo groot als vijf tot tien territoria. Dat kunnen ze vrij lang volhouden. Vossen hebben geen paarband voor het leven. Ze hebben meer een band met het gebied. Deze niet gevestigde vossen zorgen ervoor dat afschot weinig effect heeft, aangezien de plaats van een dode vos direct kan worden overgenomen.
Op de vraag of er een toename van vossen is, antwoord Jaap dat dit niet het geval is. In Zeeland en het centrum van Zuid-Holland neemt het aantal nog wat toe, maar dat zijn de laatste stukjes van Nederland. In provincies zoals Noord-Holland, Friesland en Noordwest Overijssel neemt het aantal vossen niet meer toe. Dat kan ook niet. Daar zijn alle territoria bezet. Als je daar vossen schiet, worden ze vervangen door andere vossen. De territoria worden niet kleiner als het voedselaanbod gelijk blijft.